
Bezweringspreuken

Alohomora is de ontgrendelingsspreuk waarmee deuren, ramen en sloten geopend kunnen worden. Ze is vooral handig om afgesloten ruimtes te betreden zonder een sleutel. Hermelien gebruikt deze spreuk regelmatig, bijvoorbeeld in het eerste boek om een deur te openen terwijl ze op de vlucht zijn voor Filch.

Wingardium Leviosa is de zweefspreuk waarmee je objecten kunt laten zweven en verplaatsen door de lucht. Het is een van de eerste spreuken die Zweinstein-leerlingen leren bij Bezweringen.
Hermelien gebruikt de spreuk succesvol op een veer tijdens de les van professor Flitwick. Het juiste gebruik van de uitspraak is belangrijk: “Win-gaar-dium Levi-o-sa”.

Accio is de aanroepingsspreuk waarmee je een object naar je toe kunt laten vliegen, zelfs over grote afstanden. De spreuk is erg handig als iets buiten handbereik is of verloren ligt.
Harry gebruikt Accio bijvoorbeeld tijdens het Toverschool Toernooi om zijn bezemsteel te roepen. Het object moet wel bij naam worden genoemd of duidelijk in gedachten zijn.

Lumos is de lichtspreuk die ervoor zorgt dat het uiteinde van je toverstaf licht geeft, alsof het een zaklamp is. De spreuk wordt vaak gebruikt om te zien in het donker of bij het verkennen van donkere plekken, zoals gangen of grotten.

Nox is de tegenspreuk van Lumos en dooft het licht aan het uiteinde van je toverstaf. Ze wordt gebruikt om het licht uit te schakelen wanneer het niet langer nodig is.
Samen vormen Lumos en Nox een van de meest gebruikte en eenvoudige spreukencombinaties in het dagelijks leven van een tovenaar.
